Waar komt het idee vandaan om een Oekraïens-Nederlandse jeugdproductie naar de theaters te brengen?
Sinds de Russische inval merkte ik dat veel Nederlanders Oekraïne voor het eerst leerde kennen. Maar ze leren Oekraïne nu eenzijdig kennen, namelijk als een oorlogsland, via nieuwsberichten. Sprookjes geven een heel andere, meer universele inkijk in een cultuur. Iedereen herkent de sprookjesvorm en heeft er een bepaalde nostalgie bij. Daarbij vind ik kindertheater ook een mooie manier om ouders te bereiken. Ze kijken dan door de ogen van een kind en dat geeft meestal een minder bevooroordeelde en meer open blik.
Wat kan de bezoeker verwachten van een tweetalige voorstelling? Hoe gaat dat in zijn werk?
De sprookjes worden zowel verteld als gespeeld en uitgebeeld. Er zijn vijf acteurs waarbij er per sprookje twee acteurs naast het spelen ook de vertellers zijn. Dat gaat dan in het Oekraïens en het Nederlands. De één zegt bijvoorbeeld een paar zinnen in het Oekraïens en vervolgens zegt de ander diezelfde tekst in het Nederlands. Omdat we de tekst beknopt en helder hebben gehouden, we twee verschillende vertellers gebruiken en het ook uitbeelden, is het goed te volgen en heel leuk om naar te kijken voor zowel Nederlanders als Oekraïners.